Cultuurwetenschap
De sectie voor cultuurwetenschap en letteren richt zich op het brede veld van kunst en cultuur, taal en letterkunde, geschiedenis en filosofie, esthetiek en culturele antropologie. Centraal staat steeds het gebruik van taal als uitdrukkingsvorm voor beschaving en cultuur, in schriftelijke en mondelinge vorm. Het gebruik van taal is een van de hoogste en meest menselijke vermogens van de cultuur.
Cultuurwetenschap en letteren
Binnen de Sectie voor Cultuurwetenschap en Letteren staat een grote diversiteit aan uitingen van de mens in cultuur en samenleving centraal. Denk aan onder meer schilder- en beeldhouwkunst, architectuur, taal, poëzie, muziek, literatuur, geschiedenis en filosofie.
Onze sectie ziet het als haar taak om vanuit de antroposofie een aanvullend perspectief te ontwikkelen op de disciplines waarbinnen deze uitingen van menselijke beschaving worden bestudeerd: o.a. de geschiedkunde, de taal- en letterkunde, de esthetica, de filosofie, de kunst- en cultuurgeschiedenis, de muziekwetenschap en de culturele antropologie. Gebieden die daarbij de afgelopen jaren aan bod zijn gekomen: werken met sprookjes, geschiedschrijving, kunstgeschiedenis, aspecten van een antroposofisch georiënteerde taalwetenschap en welke zijn de door Rudolf Steiner ontwikkelde uitgangspunten van een antroposofische esthetica?
Taal en het digitale tijdperk
Richtinggevend voor het werk binnen de sectie zijn Rudolf Steiners gezichtspunten voor een antroposofische esthetica op basis van Goethe’s gedachte dat kunst het meest geëigende middel is om de wereldgeheimen te ontsluiten en tot openbaring te brengen. Naast de antroposofische esthetica neemt het ontwikkelen van antroposofische gezichtspunten met betrekking tot taal en taalwetenschap binnen de Sectie voor Cultuurwetenschap en Letteren een centrale plaats in. Het onderzoek richt zich dit jaar op: De ontwikkeling van taal in het digitale tijdperk.
In welke mate verandert onze verhouding tot de taal zich als gevolg van het veelvuldig gebruik van de computer, het internet, het mobieltje, de iPad et cetera, en welke consequenties heeft dat voor het geschreven en gesproken woord? Hoe kunnen we deze ontwikkeling begrijpen vanuit het antroposofische mensbeeld en welke alternatieve handelingsperspectieven dienen zich naar aanleiding daarvan mogelijkerwijs aan?
Samenwerkingen
Een aantal jaar geleden is vanuit de Sectie voor Cultuurwetenschap en Letteren in samenwerking met mensen uit het werkgebied van de Sectie voor Woord, euritmie en muziek, een initiatiefwerkgroep ontstaan om onderzoek te doen naar de taalimpuls van Rudolf Steiner in euritmie, spraakvorming, dramatische kunst en taalwetenschap. In mei 2011 werd een eerste kleine besloten werkconferentie over dit thema georganiseerd in Den Haag.
Bent u op een van de hier beschreven werkgebieden van de sectie reeds actief of wilt u participeren in onze coördinatiegroep, neem dan gerust contact met ons op: