Grondsteenspreuk
Bij de oprichting van de Algemene Antroposofische Vereniging in Zwitserland met Kerstmis 1923 gaf Rudolf Steiner als spirituele basis van die vereniging de Grondsteenspreuk. Voor velen is de Grondsteenspreuk een belangrijke bron van inzicht en inspiratie geworden. Er mee omgaand, studerend of mediterend is uiteindelijk de antroposofie als geheel vindbaar en beleefbaar. Men vindt, de spreuk lezend en overdenkend, zichzelf als de mens, ingebed in het grotere geheel van de schepping. Hieronder de Nederlandse vertaling van Roel Munniks.
Mensenziel!
Je leeft in de ledematen,
Die je door de ruimtewereld
In het geestzeewezen dragen:
Oefen geest-herinneren
In zielediepten,
Waar in machtig werkend
Wereldschepper-zijn
Het eigen ik
In het Godes-Ik
Tot wezen wordt;
En je zult waarlijk leven
In mensen-wereld-wezen.
Want machtig werkt de Vadergeest der hoogten
In de werelddiepten zijn-verwekkend:
Gij krachtgeesten,
Laat uit de hoogten klinken,
Wat in de diepten zijn echo vindt;
Dit spreekt:
Uit het Goddelijke is het menszijn.
Dat horen de geesten in oost, west, noord, zuid:
Mogen mensen het horen.
Mensenziel!
Je leeft in de harte-long-beweging,
Die je door het tijdenritme
In het eigen zielewezensvoelen brengt:
Oefen geest-bezinnen
In ziele-evenwicht,
Waar de golvende
Wereld-wordings-daden
Het eigen ik
Met het wereld-ik
Verenigen;
En je zult waarlijk voelen
In mensen-ziele-werking.
Want machtig werkt de Christus-wil alom
In de wereldritmen zielen-begenadigend:
Gij lichtgeesten,
Laat uit het oosten aanvuren
Wat door het westen zich vormt;
Dit spreekt:
In Christus wordt tot leven de dood.
Dat horen de geesten in oost, west, noord, zuid:
Mogen mensen het horen.
Mensenziel!
Je leeft in het rustende hoofd,
Dat jou uit eeuwigheidsgrond
De wereldgedachten ontsluit:
Oefen geest-schouwen
In gedachten-rust:
Waar de eeuwige godendoelen
Wereld-wezens-licht
Aan het eigen ik,
Om vrij te willen,
Schenken;
En je zult waarlijk denken
In mensen-geestes-grond.
Want machtig werken de wereldgedachten van de Geest
In het wereldwezen licht-afsmekend:
Gij zielengeesten,
Laat uit de diepten vragen
Wat in de hoogten verhoord wordt:
Dit spreekt:
In de wereldgedachten van de Geest ontwaakt de ziel.
Dat horen de geesten in oost, west, noord, zuid:
Mogen mensen het horen.
Op het keerpunt der tijden
Betrad het wereld-geestes-licht
De aardse wezensstroom;
Nacht-duister Heerste niet langer;
Daghelder licht
Straalde in mensenzielen;
Licht,
Dat verwarmt
De arme herdersharten;
Licht,
Dat verlicht
De wijze koningshoofden.
Goddelijk licht,
Christus-zon,
Verwarm
Onze harten;
Verlicht
Onze hoofden;
Dat goed worde
Wat wij
Vanuit ons hart oprichten,
Wat wij
Vanuit ons hoofd leiden
Willen.