Motief 256, oktober 2021
Intensieve financiële gedachtewisseling
De penningmeesters van de landelijke verenigingen komen vanuit de hele wereld regelmatig bijeen voor uitwisseling en bespreking van de uitdagingen die zich voordoen. De afgelopen anderhalf jaar kon dat weliswaar niet in levenden lijve, maar dat heeft ons er niet van weerhouden via Zoom een intensieve gedachtewisseling met elkaar te onderhouden.
Daarbij kwam onder andere de bijzondere situatie naar voren voor de Zwitserse Antroposofische Vereniging, die – naast de contributie van 3500 leden – jaarlijks ook schenkingen ontvangt van duizenden donateurs, die blijkbaar het belang inzien van antroposofie en het Goetheanum als cultuurfactor, en beide met schenkingen willen ondersteunen. Dit bracht mij op het idee om voor Nederland te onderzoeken of mensen die via de werkgebieden kennis hebben gemaakt met antroposofie, genegen zouden zijn regelmatig te schenken aan onze Nederlandse vereniging.
Een ander belangwekkend punt is dat de verenigingen in de westerse landen, voornamelijk door vergrijzing, steeds minder leden hebben. Met interesse wordt gekeken naar Nederland; de derde grootste landelijke vereniging (naast Zwitserland en Duitsland) is het laatste jaar een uitzondering op deze tendens.
Een andere taak van de gezamenlijke penningmeesters is om mee te kijken en denken met de penningmeester van de Algemene Antroposofische Vereniging (AAG), Justus Wittich. De financiële en beleidsmatige uitdagingen van de laatste jaren vroegen om een breder draagvlak en uitbreiding van expertise. Noodzakelijk was daarbij dat we met elkaar een gemeenschappelijk beeld opbouwden om van daaruit enkele richtlijnen te formuleren die behulpzaam kunnen zijn in de ondersteuning van Dornach, met zijn Goetheanum en Hogeschool voor Geesteswetenschap.
Een vraag daarbij was, wat een passende financiële bijdrage aan de AAG kan zijn. We kwamen uit op een bedrag van 90 Zwitserse franken per lid, óf 50% van de binnengekomen ledenbijdrage voor de landen waar de leden maar een geringe bijdrage kunnen opbrengen. De drie en een half miljoen Zwitserse franken die deze bijdragen in totaal opleveren vormt de financiële basis die de AAG daadwerkelijk steunt en mogelijk maakt. Toch willen we niet dat deze richtlijn als een verplichting van bovenaf door de leden wordt ervaren. Elke landelijke vereniging neemt de vrijheid om naar eigen inzicht en mogelijkheden bij te dragen.
Hoe verschillend de situatie per land of continent kan zijn, bleek bijvoorbeeld uit de moeilijkheid voor Zuid-Amerikaanse landen om geld over te maken naar een buitenlandse entiteit, vanwege plaatselijke wetgeving. Om toch iets bij te kunnen dragen aan Dornach werden dan bij gelegenheid contanten in het vliegtuig meegenomen. Niet geheel zonder risico, maar vooral ook omslachtig. Hopelijk kunnen we daar nog iets op vinden.
Laten we beseffen dat er wereldwijd veel mensen verbonden zijn met antroposofie, en dat we met elkaar deze verbondenheid vorm moeten blijven geven, om elkaar te helpen en ondersteunen.
Reinoud van Bemelen, penningmeester