Motief 262, mei 2022
Waar de Kerstbijeenkomst niet gesloten is
De antroposofische beweging waarin wij allen meedoen, kreeg zijn gestalte met de Kerstconferentie van 1923 in Dornach. Over de betekenis en werking van deze bijeenkomst zei Steiner kort daarna onder andere (mijn verwoording): er zijn twee mogelijkheden, of deze bijeenkomst heeft niet plaatsgevonden, of hij is niet gesloten. Alsof hij wilde zeggen: sinds deze bijeenkomst is er iets veranderd. De vereniging die we hebben opgericht, is vanaf deze bijeenkomst de sociaal-aardse vorm waarop de geestelijke impuls van de antroposofie is aangewezen, wil ze in de cultuur werkzaam worden. Maar dat betekent wel dat de antroposofie daadwerkelijk in ons handelen moet gaan leven. Er is werk aan de winkel. Innerlijk en uiterlijk.
En gewerkt is er. Terugblikkend en om ons heen kijkend zien we hoe vele leden hun beste krachten hebben gegeven aan het verder uitbouwen en realiseren van wat er met kerst 1923 is begonnen. Bijvoorbeeld werd het tweede Goetheanum gebouwd. En de antroposofische beweging kreeg, zij het in bescheiden omvang, vaste voet aan de grond in de samenleving. Maar we weten ook van de conflictueuze verwikkelingen waarin vermalen lijkt te zijn wat met de Kerstbijeenkomst zo hoopvol begon.
Bij mij is de overtuiging ontstaan dat de Kerstbijeenkomst niet alleen gevolgen heeft gehad voor de aardse vormen van de antroposofische impuls, maar dat ook, door het optreden van Rudolf Steiner tijdens deze bijeenkomst, in de nabijgelegen geestelijke wereld een ‘plaats’ of ‘inhoud’ is ontstaan, waar iedereen kan ‘aanleggen’ die zich betrokken voelt bij de antroposofische zaak. Betrokken voelt bij het scheppen van een geestelijke cultuur op aarde, zodat de mens en aarde hun bestemming kunnen bereiken. In de nabije geestelijke wereld is een stevig gebouwde plaats gemaakt. Dáár is de Kerstbijeenkomst niet gesloten.
De toekomst van de Antroposofische Vereniging, van hieruit belicht, lijkt af te hangen van de mate waarin individuele mensen nu deze nieuwe plaats ervaren en innerlijk vinden, en van daaruit zich inzetten. Kan ik beleven hoe nu in de geestelijke dimensie de impuls van deze bijeenkomst leeft? Het is een impuls waarin de mens zowel als aards wezen, als ook als geestelijke individualiteit met een eigen ‘geestelijke horizon’ verschijnt.
Maar er is ook een andere kant voor de vereniging van belang. Beter gezegd: er zijn ook andere kanten. In de Brieven aan de leden vind je een stemming waarin leeft dat je alleen met anderen samen antroposofie werkelijk kunt gaat beleven. Dit omdat je eigen verbinding ermee beperkt is, en gebaat is bij de aanvulling door andermans innerlijke verbinding ermee. Hier komt een belangrijk aspect van een vereniging naar voren.
En zo’n vereniging behoeft ook een echte structuur, waardoor eenieder zich erin kan bewegen en kan handelen, alleen of samen met anderen. En zo’n vereniging behoeft een uitstraling waardoor geïnteresseerden zich welkom voelen.
Elders in dit nummer belichten we deze thematiek vanuit de doelstelling van de Algemene Sectie.
Auke van der Meij