Lievegoed zal veerkracht moeten tonen
06 november, 2015
Interview met Hilde Hooijman, Raad van Bestuur a.i.
Lievegoed heeft een flinke klap gekregen. Vanwege financiële problemen moet deze zorginstelling het met tien procent minder van zijn personeel doen. Wat is er aan de hand bij Lievegoed? Wat blijft er over van de antroposofische psychiatrie, verslavingszorg en gehandicaptenzorg? Motief vroeg het Hilde Hooijman, Raad van Bestuur ad interim.
Tekst: Michel Gastkemper
Hilde Hooijman is graag bereid om het verhaal achter de berichten te vertellen. “Ik kwam in 2008, net nadat de Ita Wegman Stichting was gefuseerd met Arta-Lievegoed. Die bestond tot die tijd uit twee onderdelen: psychiatrie en verslavingszorg. Het nieuwe onderdeel gehandicaptenzorg was echter verlieslijdend, met een verlies op jaarbasis van 1 miljoen op 18 miljoen. Door middel van een ingrijpende reorganisatie lukte het dat verlies weg te werken. De divisie verstandelijk gehandicaptenzorg groeide tot 25 miljoen en zag zelfs kans nieuwe huisvesting te regelen voor de cliënten. In de algemene kwaliteitsmeting was verder de score gemiddeld tot bovengemiddeld. We wilden ons daarmee echter niet tevredenstellen, maar ons blijven ontwikkelen en in de toekomst investeren. Samen met partijen als het Edith Maryon College werd gewerkt aan de identiteit en het heilpedagogisch en sociaalpedagogisch kader. De bedoeling was dat alle medewerkers van de divisie gehandicaptenzorg een opleiding zouden krijgen, wat helaas vanwege noodzakelijke bezuinigingen van de afgelopen tijd moest worden geschrapt.”
Erkenning zoeken
De reorganisatie was geen eenvoudige tijd, vertelt ze: “Er was veel onrust onder medewerkers en ouders, ook het zorgkantoor en de inspectie bemoeiden zich met de situatie. Maar het was onvermijdelijk. De divisie gehandicaptenzorg, die qua grootte twee derde deel van Lievegoed uitmaakt, is inmiddels gezond. Nu hebben de psychiatrie en verslavingszorg, die samen als GGZ (geestelijke gezondheidszorg) het resterende derde deel vormen, het erg moeilijk.”
Eind 2013 en begin 2014 bleken daar financiële problemen. Hooijman: “De antroposofische behandeling is sterk verankerd in de leef- en werkgemeenschappen, zoals op de Witte Hull en de behandelboerderijen. Dat is een onderscheidend behandelconcept, waarin de gemeenschap, het erbij horen en het beleven van het ritme van de dag, de week en zelfs de seizoenen een grote rol spelen. Evenals het gebruik van verbale en nonverbale therapieën. Maar de door ons berekende kosten bleken te hoog voor wat gewoonlijk bij een Diagnose Behandel Combinatie (DBC) wordt toegekend. Met de zorgverzekeraar moet elk jaar een prijs worden afgesproken en verzekeraars vergoedden minder dan wij aan gemiddelde kosten kwijt waren. Vanuit de antroposofische visie en waarden is het voorstelbaar dat Lievegoed lang heeft vastgehouden aan het concept van leef- en werkgemeenschappen op een behandelboerderij. Lievegoed is nog steeds overtuigd van het unieke behandelaanbod, maar heeft daar misschien te lang aan vastgehouden. We zochten tevergeefs naar erkenning voor dit aanbod en het hogere prijskaartje bij verzekeraars en stakeholders.”
Maar die gingen hiermee dus niet akkoord. En Lievegoed moest verzekeraars het teveel berekende terugbetalen. Hooijman: “Dat sloeg een groot gat in onze liquiditeit, dan kun je bijna niets meer. Eind 2014 kwamen we onder hoge druk te staan. We besloten de bedden op de Witte Hull en de Hoge Born op te heffen en meer ambulant te gaan werken. Maar dat laatste, meer cliënten ambulant behandelen, kwam niet snel genoeg van de grond. Met als gevolg dat de ‘productie’, zoals dat in de zorg heet, en dus onze inkomsten, vanaf 2015 sterk daalde. Van de zomer stond ons het water aan de lippen, een faillissement dreigde. In juni hebben we overleg gevoerd met alle betrokken partijen. Met stakeholders als banken en zorgverzekeraars zaten we om de tafel. De insteek van alle stakeholders was de continuïteit van het antroposofische zorgaanbod en de werkgelegenheid van 620 mensen veilig te stellen. Eind juni bereikten we een akkoord, er werd met algemene instemming een reddingsplan opgesteld, met financiële steun van banken en verzekeraars. In 2016 verwacht Lievegoed weer gezond te zijn en zijn de betalingsregelingen afbetaald. Er zijn echter ingrijpende maatregelen nodig om zover te komen.”
Herstelplan
Het herstelplan om tot een financieel gezonde organisatie te komen, is omvangrijk. Hilde Hooijman vat de maatregelen zo kort mogelijk samen: “In het kader van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gaat de bekostiging van veel zorg naar de gemeente. In de GGZ heeft Lievegoed een dure mix van functies, vooral in de nazorg, waardoor er een gat zit tussen wat de gemeente betaalt en onze loonkosten. Dat gat moet gedicht door personeel in de nazorg GGZ te vervangen. De vastgoedproblemen ontstonden vooral vanwege de ambulantisering. De vaak prachtige locaties voor verblijf zijn te duur voor alleen ambulante behandeling. Daarom is gedeeltelijke afstoting noodzakelijk en wordt er vastgoed verkocht, zoals de Witte Hul in Zeist.
Verder heeft Lievegoed een Bedrijven BV opgericht, waarin de activiteiten en commerciële verkoop van producen van de boerderijen zijn ondergebracht. Deze BV was echter onvoldoende renderend. Vooral bij de veehouderij ging er meer geld uit dan erin kwam, waardoor de commerciële basis verdween en zorggelden verdwenen in het boerenbedrijf. Dat is ongewenst en de reden van verkoop van de Hondspol en Hoeve Kraaiveld. Met pijn in het hart, want De Hondspol is een van de oudste zorgboerderijen in Nederland. Zorgboerderij de Beukenhof blijft bestaan, evenals Nieuw Rijsenburg. Beide als kleinschalige zorgboerderij, zonder commercieel winstoogmerk. Of verkoop van de Hoge Born noodzakelijk is, ligt nog open. Door de teruggang in de productie van de GGZ bleek de overhead te omvangrijk en was er een reorganisatie nodig, vooral in het management en de ondersteuning. In totaal is, inclusief door de eerder genoemde Wmo-maatregel in de GGZ, voor 79 mensen ontslag aangevraagd.”
Ten slotte werd Lievegoed voor de GGZ onderaannemer bij instelling Parnassia. “Lievegoed is een kleine organisatie,” zegt Hooijmans. “Het kost relatief veel tijd en geld om te voldoen aan alle administratieve regels, mede veroorzaakt door de decentralisatie van de zorg naar gemeenten. Zo hadden we eerst twee overlegpartners, tegenwoordig zijn dat twee zorgkantoren, zeven zorgverzekeraars en meer dan twintig gemeenten: alle partijen kennen hun eigen inkoopprocedures, verantwoordingseisen enzovoort. Als onderaannemer bij Parnassia kunnen we bijvoorbeeld gebruik maken van hun EPD (elektronisch patiëntendossier) en hun telefonische aanmeldcentrale voor cliënten en verwijzers. Parnassia maakt en verrekent voor Lievegoed ook de productieafspraken met zorgverzekeraars. We voelen ons door hen gesteund op onze weg naar herstel. Lievegoed blijft een eigen entiteit en behoudt zijn eigen antroposofische identiteit. De behandelingen worden exclusief door ons uitgevoerd. Door aan te haken op de structuur van Parnassia wordt het mogelijk de ambulantisering in de GGZ vorm te geven. Ten slotte wordt de zorg voor de cliënten op Hoeve Kraaiveld per 1 november overgedragen aan collegainstelling Intermetzo. Dit zijn kort samengevat de maatregelen om weer gezond te worden.”
Cultuurverandering
Dit vormen de harde afspraken. Maar er is ook een cultuurverandering nodig, beschrijft Hilde Hooijman. “Ondernemingsraad en cliëntenraad hebben ingestemd met het reorganisatieplan. Op advies van de medezeggenschapsraden hebben we ook een begeleidingscommissie ingesteld, om te werken aan herstel van het vertrouwen. Dat is deels een cultuurverandering, denk aan open communicatie en transparantie.
We gaan intern werken aan ontwikkeling en scholing. We hebben net psychiater Ineke de Bruin, die bekend is met Lievegoed en het antroposofisch gedachtengoed, aangesteld als beleidspsychiater en hoofd van de medische staf GGZ ad interim. Zij zal het inhoudelijk beleid van de GGZ mee vormgeven en meewerken aan het opstellen van nieuw zorgmodules. Psychiater Jacques-Michaël Abas blijft eerste geneeskundige BOPZ. Op dit moment zoeken we naar leden voor een nieuwe Raad van Toezicht, die vervolgens een definitieve Raad van Bestuur kan aanstellen.
Het is buitengewoon spijtig dat we zorgboerderijen en vastgoed hebben moeten afstoten, en afscheid hebben moeten nemen van een groot aantal medewerkers. Dat doet pijn. We hebben zo min mogelijk ontslagen laten vallen op de werkvloer, maar het blijft een hoge prijs die we met zijn allen moeten betalen. Van de 120 medewerkers die boventallig waren, hebben we er gelukkig weer vijftig kunnen herplaatsen.
Van oudsher is bij Lievegoed de antroposofische behandeling vooral vormgegeven in de leef-en werkgemeenschappen. Is dat echter de enige vorm waarin we antroposofische zorg en behandeling kunnen bieden? Misschien moet de antroposofische psychiatrie en verslavingszorg zich opnieuw uitvinden. Niet alleen in de setting van behandelboerderijen, maar ook op een andere manier, bijvoorbeeld in ambulante vorm. En dan geeft antroposofie bij uitstek antwoord op maatschappelijke trends als duurzaamheid, meer zelfregie en zelfredzaamheid. En dat alles tegen het licht van bezuinigingen in de zorg. Volgens mij moet dat kunnen.”
Slecht nieuws
Het nieuws de afgelopen tijd loog er niet om. In december 2014 berichtte Motief 188 over het opheffen van 34 klinische verblijfsplekken bij de Witte Hull en de Hoge Born. Deze locaties bleven bestaan en richtten zich op ambulante behandeling. Dit omzetten van behandeling met verblijf naar ambulante behandeling was vooral ingegeven door het overheidsbeleid gericht op ambulantisering van de GGZ.
In februari 2015 besteedde Motief 189 aandacht aan ‘antroposofische zorginstellingen in zwaar weer’, waarin Mark Reitsma, Raad van Bestuur bij Lievegoed, uitlegde dat de klinische psychiatrische zorg met langdurige behandeling te duur werd en een omzetdaling van drie miljoen euro dit jaar dreigde. Heel de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Nederland kampt met dit probleem. Maar hij zag ook kansen: “Tegen de zomer weet ik meer.”
In het juli-augustusnummer (Motief 194) bleek ‘Lievegoed zorg in nood’. Acute financiële nood dwong tot overleg met banken en verzekeraars hoe Lievegoed verder kon. Er was zelfs de vraag of dat wel kon, want er dreigde een faillissement.
In september (Motief 195) heette het ‘Lievegoed verkoopt zorgboerderijen’. De Hondspol in Driebergen en Hoeve Kraaiveld in Woudrichem zouden worden verkocht. In totaal zouden er bij Lievegoed zeventig medewerkers verdwijnen.
Mark Reitsma is sinds 1 oktober weg als Raad van Bestuur bij Lievegoed. Zijn functie wordt vanaf de zomer waargenomen door Hilde Hooijman. Zij kwam in 2008 bij Lievegoed in dienst als directeur van de divisie gehandicaptenzorg.
Dit artikel is verschenen in Motief 197 van november 2015